Kun je de menopauze voorspellen via bloedonderzoek?
De wetenschap is de voorbije jaren een stuk verder gekomen. De belangrijkste biomarker die nu gebruikt wordt, is het anti-Mülleriaans hormoon (AMH) — een hormoon dat iets vertelt over de eicelvoorraad. Maar hoewel het veel inzicht geeft, kan het moment van de menopauze nog niet exact worden voorspeld.
Laten we bekijken wat deze bloedtesten wél en niet kunnen zeggen.
Wat gebeurt er hormonaal richting de menopauze?
Om te begrijpen wat AMH en andere hormonen meten, is het belangrijk te weten wat er hormonaal verandert in de jaren vóór de menopauze. De menopauze is de laatste menstruatie, gevolgd door minstens twaalf maanden zonder cyclus. De gemiddelde leeftijd is rond 51 jaar, maar er zijn grote verschillen tussen vrouwen. Die verschillen hangen grotendeels samen met de snelheid waarmee de eicelvoorraad uitdooft.
In de vruchtbare levensfase werken vijf hormonen nauw samen.
FSH (follikelstimulerend hormoon)
FSH wordt aangemaakt door de hypofyse, een klein kliertje in de hersenen. Het stimuleert de eierstokken om follikels (eicellen) te laten rijpen. Naarmate de eicelvoorraad kleiner wordt, moeten de hersenen harder werken om de eierstokken aan te sturen — het FSH stijgt dus langzaam. Ook al schommelt het tijdens de cyclus, na de menopauze schiet het de hoogte in. Waarden boven de 25 U/L kunnen duiden op een posmenopauzale toestand.
LH (luteïniserend hormoon)
Ook LH komt uit de hypofyse en zorgt voor de eisprong. Richting de menopauze wordt die LH-piek onregelmatiger en zwakker. Omdat LH in de vruchtbare fase piekt, is het moeilijk om deze test te gebruiken. Na de menopauze blijven FSH en LH chronisch verhoogd: het lichaam probeert vruchtbaarheid te stimuleren, maar de eierstokken reageren niet meer.
Oestradiol (E2)
Oestradiol is de belangrijkste vorm van oestrogeen vóór de menopauze. Het wordt geproduceerd door de rijpende follikels in de eierstokken. Wanneer die voorraad kleiner wordt, daalt ook het oestradiol. Daardoor ontstaan de typische overgangsklachten: opvliegers, nachtelijk zweten, vaginale droogheid en stemmingswisselingen. We zien bij vrouwen na de menopauze steeds waarden die lager zijn dan 138 ng/L.
Progesteron
Progesteron wordt vooral geproduceerd ná de eisprong. Als de ovulaties minder vaak optreden of uitblijven, daalt ook het progesteron. Dat verklaart waarom de cyclus in de perimenopauze vaak onregelmatig of langer wordt, en waarom sommige vrouwen meer premenstruele klachten krijgen.
Samengevat:
Een verhoogd FSH (meestal >25 IE/L) wijst erop dat de eierstokken minder gevoelig zijn en dat de vruchtbare fase ten einde loopt. Toch is FSH op zichzelf geen betrouwbare voorspeller van de exacte overgang, omdat het doorheen de cyclus en zelfs tussen cycli sterk kan variëren. LH stijgt meestal parallel met FSH in de late overgang. Een verhoogde FSH-LH-ratio ondersteunt het beeld van een naderende menopauze, maar zegt niets over het precieze tijdstip.
Lage waarden van oestradiaol (<138ng/L) wijzen op afnemende oestrogeenproductie. Maar ook hier geldt: het kan sterk schommelen. Een enkel lage waarde zegt weinig als de vrouw nog ovuleert. Een lage progesteronwaarde is normaal buiten de ovulatiefase, maar bij perimenopauzale vrouwen zien we vaker lage spiegels over de hele cyclus, omdat de eisprong minder vaak voorkomt.
In de praktijk wordt dus vooral naar het patroon bekeken eens er opeenvolgende bloedafnames beschikbaar zijn: stijgend FSH en LH, dalend oestradiol en progesteron. Toch zegt dit niet alles en kunnen we dit aanvullen door te kijken naar een vijfde hormoon: een AMH dat richting nul gaat.
Anti-Mülleriaans hormoon (AMH)
Het AMH is een hormoon dat door kleine, onrijpe follikels in de eierstokken wordt geproduceerd. AMH geeft een directe indicatie van de eicelreserve. Het daalt langzaam met de leeftijd en wordt onmeetbaar laag wanneer de menopauze nadert.
Waarom AMH zo interessant is
In tegenstelling tot FSH of oestradiol, die sterk schommelen door de cyclus, blijft AMH vrij stabiel. Daarom is het een ideale marker om de eierstokreserve te meten, onafhankelijk van de dag van de cyclus. Onderzoek toont dat AMH sterk samenhangt met de timing van de menopauze. Vrouwen met lage of niet-meetbare AMH-waarden hebben een veel grotere kans om binnen enkele jaren in de menopauze te komen.
Bij vrouwen boven de 40 jaar kan een laag AMH vrij betrouwbaar voorspellen dat de menopauze binnen drie tot vijf jaar plaatsvindt. Toch blijft het belangrijk om te benadrukken: het is geen glazen bol.
Hoe goed voorspelt AMH de menopauze?
AMH is momenteel de beste bloedmarker die we hebben om de menopauze te voorspellen, maar “beste” is niet hetzelfde als “perfect”. Bij vrouwen tussen 45 en 50 jaar kan AMH redelijk goed inschatten of de menopauze nadert. Bij jongere vrouwen (bijvoorbeeld 30 of 35) is de foutenmarge groter, soms wel 10 jaar. Een lage AMH betekent dan niet dat de menopauze al snel volgt, maar dat de eicelreserve wat kleiner is dan gemiddeld.
De variatie is immers enorm. Twee vrouwen van 38 jaar kunnen eenzelfde AMH-waarde hebben, maar bij de ene komt de menopauze op 42, bij de andere op 52. Hier hebben we het, want leeftijd blijft dus de belangrijkste voorspeller. AMH voegt informatie toe, maar kan geen exacte kalenderdatum geven.
Hoe zit het met de voorspelbaarheid van bloedonderzoeken?
De wetenschappelijke consensus is duidelijk. AMH is de beste enkele bloedmarker voor menopauzevoorspelling. FSH en LH geven enkel een momentopname en zijn pas betrouwbaar als de menopauze zeer dichtbij is. Oestradiol en progesteron geven inzicht in cyclusactiviteit, maar niet in de tijd tot menopauze.
Combinaties van AMH met andere markers, zoals FSH, antrale follikeltelling (AFC) of de leeftijd waarop je moeder in de menopauze kwam, verbeteren de voorspellende waarde slechts minimaal. Zelfs herhaalde AMH-metingen over meerdere jaren geven slechts een beperkte verbetering van de individuele nauwkeurigheid. Samengevat: AMH en de andere hormonen bekijken, kan helpen om het plaatje te begrijpen, maar geen exacte toekomst voorspellen.
Wanneer voeren we het onderzoek uit?
Voor vrouwen boven de 40 jaar kan een AMH-test helpen om te weten of de menopauze waarschijnlijk binnen enkele jaren optreedt. Dat is vooral nuttig als je symptomen hebt zoals onregelmatige cycli, opvliegers of stemmingswisselingen, of als je je vruchtbaarheid en gezondheid op middellange termijn wilt plannen.
Voor jongere vrouwen kan het zinvol zijn om AMH te meten als er aanwijzingen zijn voor een verminderde eicelreserve of een verhoogd risico op vroegtijdige menopauze (bijvoorbeeld door genetische factoren, chemotherapie, bestraling of een familiegeschiedenis van vroege menopauze). Bij zeer lage AMH-waarden op jonge leeftijd kan verder onderzoek nodig zijn naar premature ovariële insufficiëntie (POI), een toestand waarin de eierstokken voortijdig stoppen met functioneren.
Bij jonge vrouwen zonder klachten of risicofactoren voegt AMH meestal weinig toe. De foutenmarge is te groot om betrouwbare individuele voorspellingen te doen. Ook bij vrouwen die al duidelijke overgangsklachten hebben en maanden geen menstruatie meer, is AMH meestal onmeetbaar en dus niet meer informatief. In dat geval bevestigen FSH en oestradiol het beeld van de menopauze.
Kan je via bloedonderzoek voorspellen wanneer je laatste menstruatie zal zijn?
Het antwoord luidt: “Nee, niet precies.” De wetenschap kan met redelijke zekerheid zeggen dat de menopauze nadert, vooral als je boven de 40 bent en het AMH laag is. Maar wanneer exact de laatste menstruatie plaatsvindt, is nog niet voorspelbaar. De spreiding blijft groot: bij jongere vrouwen kan de foutmarge oplopen tot 10 jaar, bij oudere vrouwen is ze kleiner (ongeveer 2 tot 4 jaar). Leeftijd, genetica en leefstijl (roken, gewicht, stress) spelen allemaal een rol. Leeftijd blijft de sterkste voorspeller, met AMH als aanvullende factor.
Wat betekent dit voor jou?
Bloedonderzoek naar AMH, FSH, LH, oestradiol en progesteron kan inzicht geven in waar je staat op de hormonale tijdlijn, maar geen exacte voorspelling doen. Het helpt vooral om te begrijpen of je nog ovuleert, of de eicelvoorraad afneemt, en of de menopauze waarschijnlijk dichtbij is.
Het is waardevol als hulpmiddel bij:
- het inschatten van je vruchtbaarheidskansen
- het plannen van een eventuele zwangerschap
- het begrijpen van overgangsgerelateerde klachten
- het bepalen van de timing voor hormoontherapie of andere begeleiding.
Maar het is geen instrument om de toekomst exact te voorspellen. Je mag het vergelijken met de weersvoorspelling: betrouwbaar voor de komende jaren, maar soms niet nauwkeurig.
Conclusie
Anti-Mülleriaans hormoon (AMH) is op dit moment de beste bloedmarker om de naderende menopauze te voorspellen, vooral bij vrouwen boven de 40. Lage AMH-waarden wijzen op een kleine eicelvoorraad en een grotere kans op menopauze binnen enkele jaren. Toch blijft de voorspellende waarde beperkt. Leeftijd, genetica en leefstijl blijven minstens even bepalend. AMH is vooral nuttig om inzicht te krijgen in je hormonale fase, niet om een exacte leeftijd te voorspellen.
Bloedonderzoek met AMH, FSH, LH, oestradiol en progesteron geeft een waardevol hormonenspiegelbeeld: een snapshot van waar je lichaam staat in de overgang van vruchtbaarheid naar menopauze. Maar het is te gebruiken als een kompas en niet als een klok.
Referenties
Bertone-Johnson, E., Manson, J., Purdue-Smithe, A., Steiner, A., Eliassen, A., Hankinson, S., Rosner, B., & Whitcomb, B. (2018). Anti-Müllerian hormone levels and incidence of early natural menopause in a prospective study. Human Reproduction, 33(6), 1175–1182. https://doi.org/10.1093/humrep/dey077
Broer, S., Eijkemans, M., Scheffer, G., Van Rooij, I., Vet, A., Themmen, A., Laven, J., De Jong, F., Van der Velde, E., Fauser, B., & Broekmans, F. (2011). Anti-Müllerian hormone predicts menopause: A long-term follow-up study in normoovulatory women. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 96(8), 2532–2539. https://doi.org/10.1210/jc.2010-2776
Chatziandreou, E., Eustathiou, A., Augoulea, A., Armeni, E., Mili, N., Boutas, I., Tsoltos, N., Kapetanaki, A., & Kalantaridou, S. (2023). Anti-Müllerian hormone as a tool to predict the age at menopause. Geriatrics, 8(3), 57. https://doi.org/10.3390/geriatrics8030057
De Kat, A., Van Der Schouw, Y., Eijkemans, M., Broer, S., Verschuren, W., & Broekmans, F. (2019). Can menopause prediction be improved with multiple AMH measurements? The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 104(7), 2735–2743. https://doi.org/10.1210/jc.2018-02607
Depmann, M., Broer, S., Van Der Schouw, Y., Tehrani, F., Eijkemans, M., Mol, B., & Broekmans, F. (2016). Can we predict age at natural menopause using ovarian reserve tests or mother’s age at menopause? Menopause, 23(3), 224–232. https://doi.org/10.1097/gme.0000000000000509
Depmann, M., Eijkemans, M., Broer, S., Tehrani, F., Solaymani-Dodaran, M., Azizi, F., Lambalk, C., Randolph, J., Harlow, S., Freeman, E., Sammel, M., Verschuren, W., Van Der Schouw, Y., Mol, B., & Broekmans, F. (2018). Does AMH relate to timing of menopause? Results of an individual patient data meta-analysis. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 103(10), 3593–3600. https://doi.org/10.1210/jc.2018-00724
Gohari, M., Tehrani, R., Chenouri, S., Solaymani-Dodaran, M., & Azizi, F. (2016). Individualized predictions of time to menopause using multiple measurements of anti-Müllerian hormone. Menopause, 23(8), 839–845. https://doi.org/10.1097/gme.0000000000000642
Iino, K., Tarakida, A., Abe, K., Taniguchi, R., Higuchi, T., Takahashi, I., & Mizunuma, H. (2013). Role of anti-Müllerian hormone as a biomarker of the menopausal transition. Menopause, 20(2), 218–222. https://doi.org/10.1097/gme.0b013e3182611574
Kim, C., Slaughter, J., Wang, E., Appiah, D., Schreiner, P., Leader, B., Calderon-Margalit, R., Sternfeld, B., Siscovick, D., & Wellons, M. (2017). Anti-Müllerian hormone, follicle stimulating hormone, antral follicle count, and risk of menopause within 5 years. Maturitas, 102, 18–25. https://doi.org/10.1016/j.maturitas.2017.04.018
Laven, J., & Louwers, Y. (2024). Can we predict menopause and premature ovarian insufficiency? Fertility and Sterility, 122(2), 237–245. https://doi.org/10.1016/j.fertnstert.2024.02.029
Nelson, S., Davis, S., Kalantaridou, S., Lumsden, M., Panay, N., & Anderson, R. (2023). Anti-Müllerian hormone for the diagnosis and prediction of menopause: A systematic review. Human Reproduction Update, 29(3), 327–346. https://doi.org/10.1093/humupd/dmac045
Tehrani, F., Solaymani-Dodaran, M., & Azizi, F. (2009). A single test of anti-Müllerian hormone in late reproductive-aged women is a good predictor of menopause. Menopause, 16(4), 797–802. https://doi.org/10.1097/gme.0b013e318193e95d
Tehrani, R., Yarandi, B., Solaymani-Dodaran, M., Tohidi, M., Firouzi, F., & Azizi, F. (2020). Improving prediction of age at menopause using multiple anti-Müllerian hormone measurements: Tehran Lipid-Glucose Study. The Journal of Clinical Endocrinology & Metabolism, 105(3), e1083–e1092. https://doi.org/10.1210/clinem/dgaa083
Van Rooij, I., Tonkelaar, I., Broekmans, F., Looman, C., Scheffer, G., De Jong, F., Themmen, A., & Van der Velde, E. (2004). Anti-Müllerian hormone is a promising predictor for the occurrence of the menopausal transition. Menopause, 11(6), 601–606. https://doi.org/10.1097/01.gme.0000123642.76105.6e